Toelichtingen
Bruch - Vioolconcert Nr. 1
PSO Toelichtingen archief
Archief | Gespeelde programma's | Biografieën solisten | Gespeelde werken | Recensies
November 1937 (Solist: Theo Olof)
November 1947 (Solist: Jan Düring)
Maart 1960 (Solist: Jan Düring)
November 1990 (Solist: Daniel Rowland; Theo Olof)
November 2002 (Solist: Sonja van Beek, Emmy Verhey)

Max Bruch (1838-1920)

Vioolconcert nr.1 in g-klein Op.26

Dat Max Bruch een werk voor viool zou componeren was evident, gezien datgene wat hij over zijn interesse over dit instrument aan het papier toevertrouwde: “In mijn jeugd studeerde ik vier of vijf jaar viool en, alhoewel ik geen indrukwekkende vertolker werd, leerde ik het instrument goed kennen en lief te hebben. De viool was voor mij in die tijd zelfs de koningin onder de instrumenten en het was heel natuurlijk dat ik al vroeg de behoefte voelde ervoor te componeren. Zo ontstond langzaam mijn eerste vioolconcert Opus 26, dat aan de muzikale wereld in het seizoen van 1867-68 door Joseph Joachim werd geïntroduceerd”.

Bruch heeft zo’n tien jaar met zijn eerste vioolconcert geworsteld. In 1865 schreef hij aan zijn leermeester Ferdinand Hiller: “Mijn vioolconcert vordert langzaam. Ik voel me op dit terrein niet zeker. Vindt u niet dat het eigenlijk erg gewaagd is een vioolconcert te schrijven?” Ondanks deze onzekerheid wist Bruch in dit vioolconcert lyriek en virtuositeit samen te vatten in een voor de romantiek zo kenmerkende quasi-rapsodische structuur.

Ook over de titel ‘Vioolconcert’ heeft Bruch lang geaarzeld. Het onregelmatige eerste deel zag hij als dramatisch voorspel op de rust en loutering van het Adagio. Meesterviolist Joseph Joachim gaf Bruch hierover de volgende raad: ‘Wat uw twijfel betreft, het verheugt mij u te kunnen vertellen dat ik de titel Concert in ieder geval gerechtvaardigd vindt – voor de naam Fantasie zijn de laatste twee delen te regelmatig gebouwd’. Inderdaad bevat dit vioolconcert alle noodzakelijke elementen; dramatiek, thematisch en harmonisch contrast, virtuositeit en een dikwijls prominente symfonische orkestbegeleiding.

Bruch bracht dit eerste vioolconcert al snel onder de aandacht van grote violisten zoals Joseph Joachim en Ferdinand David en nam hun adviezen – gedeeltelijk – over. Alhoewel de beruchte Weense muziekcriticus Hanslick in 1884 Bruchs concert beschreef als ‘temperamentloze schranderheid’ vond dit concert al gauw zijn weg naar de concertpodia. Het is het enige vioolconcert tussen de meesterwerken van Mendelssohn uit 1844 en die van Brahms en Tsjaikovksy (beide 1878) dat de tand des tijds heeft doorstaan en nog steeds tot het standaard repertoire van elke violist behoort.



Programma's  Solisten
Recensies  Toelichtingen
door Geertje Kramer
© 2002 VHV Media Groep | Philips Symfonie Orkest, Eindhoven.