| Jaargang 4, Nummer 1 |
Moeten de oude besjes het orkest uit?
Om te grote adrenalinestijgingen bij de geachte lezer te voorkomen: dit is GEEN artikel over het ledenbeleid van de vereniging, maar betreft desalniettemin een belangrijk onderwerp.
Nadat de trombonesectie van het PSO (voorheen Philips Orkest Vereniging) 69 jaar op een Bes heeft gestemd, leek daar vlak voor de zomervakantie verandering in te komen. De inmiddels stevig vastgeroeste trombonesectie, in de huidige samenstelling zich reeds sind 1993 op grandioze wijze door de highlights van het symfonisch repertoire manifesterend, is (evenals iedere normale sterveling) bang voor veranderingen.
Genoeg reden voor een veldonderzoek. Op mijn internetonderzoek met betrekking tot het afstemmen van trombones in symfonie orkesten kreeg ik 345 reakties, varierend van trombonisten spelend bij harmonie "Kunst naar Kracht" tot de wereldorkesten. Opvallend was de razendsnelle reaktie (binnen 5 minuten!) van trombonisten van Rotterdams Philharmonisch en Residentie Orkest. Wordt daar niet meer gestudeerd? Dit aantal reakties is ruim voldoende voor een gefundeerd wetenschappelijk onderzoek. Ter vergelijk: bij een lopend onderzoek van de Maastrichtse universiteit naar de verschillen tussen borstvoeding en flesvoeding doen slechts 195 proefpersonen mee.
Probleemstelling De kern van dit onderzoek is het volgende: de tenor- en bastrombones zoals die in symfonieorkesten worden gebruikt, zijn gestemd in Bes (dit houdt in dat "op een losse snaar" een Bes gespeeld kan worden). Omdat strijkinstrumenten graag op een A stemmen, is dit een potentieel probleem.
De afgelopen 69 jaar is dit probleem binnen het PSO ondervangen door het verstrekken van zowel A als Bes door de hobo. Nu is ook onderzocht hoe men wereldwijd met dit probleem omgaat.
In veel orkesten (waaronder alle Nederlandse professionele orkesten) wordt ook door de trombones op een A afgestemd, hoewel de algemene mening is dat dit even zinvol/zinloos is als het afstemmen van een strijkorkest op een Bes. Veel trombonisten zijn daar niet gelukkig mee, maar hebben in de loop der tijd verschillende methoden en opvattingen ontwikkeld. Hieronder een bloemlezing uit de reakties van A-stemmers:
Naamsbekendheid Zoals bij iedere enquete, ontving ik ook een paar procent "onbruikbare" antwoorden, waaruit ook blijkt dat onze naamsbekendheid verbeterd kan worden. Wederom een bloemlezing:
Zon aan de horizon Zoals uit bovenstaande blijkt, berusten veel trombonisten in de situatie van het afstemmen op een A. Omdat ons orkest zich graag op wereld-niveau presenteert (eerste Westerse orkest in China, bla bla bla etc.) moeten we mijns inziens dan ook afstemmen op een manier die daar bij past.
In dit onderzoek bleek dat bij het Pittsburg Symphony Orchestra (toevalligerwijs (??) afgekort tot PSO) de trombonesectie afstemt op een Bes.
De grootste openbaring van het onderzoek echter is het feit dat er in het Chicago Symphony Orchestra door de trombones op een Bes wordt afgestemd. Dit orkest mag dan misschien net niet de strijkersklank hebben van het Concertgebouworkest of de Berliner, de kopersectie van CSO is DE ABSOLUTE REFERENTIE in de symfonische wereld!
Rouleren Over de CSO strijkers het volgende: hebben zij hun klank "ondanks" of "dankzij" het rouleren? Oordeel zelf: "The Chicago Symphony Orchestra string sections utilize revolving seating. Players behind the first desk (first two desks in the violins) change seats sysematically every two weeks and are listed alphabetically in the roster." Dit is een interessant onderzoeksgebied, maar valt helaas buiten het bereik van mijn onderzoek.
Stelling In het geval de afstemprocedure geprofessionaliseerd moet worden, kan het beste worden aangesloten bij de gang van zaken bij de referentiegroep. In het geval van een kopersectie het CSO dus. Ik wil door middel van dit artikel dan ook pleiten voor terugkeer van de besjes bij het PSO.
Slotnoot Mocht dit op de genoemde artistieke gronden niet mogelijk blijken, kan ik mij genoodzaakt zien de hulp van een of meer juridische medewerkers in te roepen om te onderzoeken in hoeverre de statuten en/of het huishoudelijk reglement de mogelijkheid biedt tot het afdwingen van een besje. Immers, het PSO is een vereniging, waar speelplezier voor de leden hoog in het vaandel staat.
|
Naast de grondtoon kun je op een trombone ook boventonen spelen. Dit principe is te vergelijken met de flageoletten op een vioolsnaar (zie VHV mei 1999, blz 6). De frequenties van deze boventonen zijn veelvouden van de grondtoon (2x, 3x, 4x etc.). Dit resulteert in de tonen bes, f, bes, d, f, gis (onzuiver (!)), bes etc. De ontbrekende tonen zijn te vormen door artificieel de buislengte te verlengen met een zogenaamde schuif (vandaar de naam schuiftrombone). Oplettende lezertjes onder ons hebben natuurlijk al uitgerekend dat zo’n schuif 6 halve-toons afstanden moet kunnen overbruggen om het gehele bereik af te kunnen dekken. Deze standen (tezamen met de stand dat de schuif geheel ingeschoven is) worden de 7 posities genoemd. Onderstaand plaatje (dat meer weg heeft van een uit-zijn-krachten-gegroeide-paperclip) verduidelijkt dit:
De posities zijn niet gemarkeerd (met inkepingen o.i.d.) op de binnenschuif. Een trombonist moet deze posities op het gevoel vinden. Dit geldt dus in het bijzonder voor het afstemmen van een A in de tweede positie. (JG) |
|
In de trombonesolo uit de derde symfonie van Gustav Mahler neemt de A (220 Hz) een zeer prominente plaats in. Heeft de componist dit gedaan om het strijkorkest de gelegenheid te geven onmerkbaar hun instrument bij te stemmen? De toonaangevende Mahler-biografen zijn het er nog steeds niet over eens. |