VHV Online
Jaargang 2, nummer 4, februari 1998


Bob Zimmerman: "Een medley is meer dan een aaneenschakeling van bekende deuntjes".

Beroemde componisten kennen we allemaal. Beroemde solisten ook. Maar beroemde arrangeurs? Weinig. Hoewel, Bob Zimmerman is inmiddels bij het PSO een beroemdheid geworden. Zijn Movie-Medley was het afgelopen nieuwjaarsconcert een groot succes, zowel bij het publiek als het orkest. Bob: “Ik vind jullie leuke mensen om muziek voor te schrijven.”

Bob kreeg opdracht een film-medley te schrijven van 4 minuten, te beginnen met de Bolero gespeeld door Toots Tielemans. Aanvankelijk moest de medley eindigen met ‘Let’s make things better’. “Gelukkig hoefde dat later niet meer. Nu kon ik de Bolero als rode draad gebruiken: dat thema komt drie keer in de medley voor.” aldus Bob.

In de medley had Bob 36 film-thema’s verstopt alsof het paaseieren zijn: “Een goede potpouri is meer dan een aaneenschakeling van deuntjes. Ik probeer toch een soort verhaal te vertellen. In het begin laat ik Trijntje zingen: “somewhere my love, there will be songs to sing”. Na een korte introductie van orkest en solisten komen wat bredere fragmenten. Anders wordt het te onrustig voor de luisteraar. Het eindigt dan theatraal en emotioneel met een stukje Lion King: “can you feel the love tonight”, om dan vol effect eruit te gaan met de Bolero.”

Vol enthousiasme bladert Bob door de partituur, als hij het verloop van de medley beschijft. “Tijdens het stuk is er bluf en sentiment. Je verwacht als toeschouwer dat de ‘Pink Panther’ overloopt in ‘New York-New York’, maar opeens komt Toots met een rustig thema. En ik heb er enorm veel lol in als ik de Bolero kan laten overlopen in ‘Bridge over the river Quai’, gevolgd door een stukje Strauss. En alle drie in de originele toonzetting!”

De Moviemedley werd maar één keer uitgevoerd, want het was op maat gemaakt voor deze solisten en dit programma. Bob haalt hierover zijn schouders op: “Dit soort dingen is vaak eenmalig. Maar ik maak het met evenveel plezier.”

Bob heeft klarinet en piano gestudeerd in Den Haag, maar nooit compositie of arrangeren. “Ik begeleidde al jaren Seth Gaaikema toen we een optreden zouden hebben met het Noordelijk Philharmonisch. Daarvoor heb ik die stukken omgeschreven voor orkest. En terugluisterend leerde ik welke effecten wel succesvol zijn en wat niet.”

“Trouwens, mijn eerste echte arrangement heb ik voor jullie orkest geschreven. Dat was rond 1970, toen vroeg Louis Stotijn of ik iets wilde omwerken van een pianopartij tot orkestpartituur. Ik weet trouwens niet meer welk stuk het was, ik heb ook nooit gehoord hoe hij het vond...”

Maar uiteindelijk waren zijn probeersels niet zonder succes. “Mijn agenda zit hartstikke vol tot oktober. Ik ga beginnen aan een Jeugdopera en moet 75 Koreaanse liederen orkestreren. Ik ben al gepolst voor een medley voor Lisse, maar ik weet nog niet of dat zal lukken.”

De research voor de medley vond ook in de videotheek plaats. “Ik heb CD’s gehuurd om de muziek te bestuderen, maar van de Lion King is geen soundtrack. Dus heb ik de film gehuurd.” “Eerst schrijf ik de lineaire struktuur van het stuk, alle fragmenten achter elkaar, of soms zelfs door elkaar heen. Daarbij let ik op het verrassingseffect en de overgangen. Die struktuur heb ik in vier dagen geschreven, verspreid over twee weken. Dan orkesteer ik het en vervolgens schrijf ik de partituur helemaal uit in de computer. Dan is het af , ik weet hoe het gaat klinken, en het klopte dit keer ook voor 99%”.

En als Jules even later komt vragen of er iets gewijzigd moet worden zegt Bob: “Nee, het is goed zo. Op dit moment moet ik ook niets meer willen.”

Bob werkt graag samen met Jules. “Ik ben ook lid van de Joodse maffia. En ik vind het leuk voor jullie orkest te schrijven. Ik spaar jullie wel een beetje: ik schrijf geen onspeelbare dingen. Voor het Metropool orkest schrijf ik bijvoorbeeld veel meer syncopen in het koper. Maar het Metropool kan die swingende opvatting beter vertalen.”

“Van ‘I have nothing’ heb ik bewust een klassiek arrangement gemaakt. In het origineel komt ergens een pulserende basgitaar voor, dat heb ik vertaald in zestiende loopjes in de violen. Voor een popconcert zou dat te tuttig kinken, maar op dit concert is het heel passend.”

Interview: Raoul Bonnet, FotoAlain Plasschaert


Vorige artikel | Volgende artikel
Rubrieken: VHV Dossiers | Zo Gaat Dat | PSOciety | Mededelingen | Flip
Inhoud VHV Online Februari 1998Colofon

© 1998 VHV, Eindhoven.