Toelichtingen
Ketting - Concertino 2 trompetten
PSO Toelichtingen archief
Archief | Gespeelde programma's | Biografieën solisten | Gespeelde werken | Recensies
Oktober 1976 (Solisten: Gerrit List/Jan Somer)
Juni 2002 (Solisten: Guus Dohmen /Harold Geurtjens)

Otto Ketting (1935)

Concertino voor twee trompetten en orkest (1958)
1. Intrada: Maestoso, rubato
2. Andante
3. Lento
4. Allegro
5. Maestoso
6. Allegro

Otto Ketting behoort tot de succesvolste componisten van Nederland en zijn muziek wordt veelvuldig uitgevoerd. Hij won met zijn composities vele prestigieuze prijzen in binnen- en buitenland. Ketting is een zeer veelzijdig componist, die temidden van zijn generatiegenoten van meet af aan een min of meer zelfstandige, onafhankelijke positie heeft ingenomen. Hij begon zijn muzikale carrière als trompettist; hij speelde vanaf 1954 zeven jaar lang in het Residentie Orkest. Daarna besloot hij zich volledig aan het componeren te wijden. Als componist leerde hij het vak voornamelijk in de praktijk, door bijvoorbeeld zijn oren goed de kost te geven wanneer dirigenten van het kaliber Monteux, Böhm, Munch en Giulini bij het Haags orkest te gast waren. De aldus opgedane kennis kwam hem later ook goed van pas toen hij zelf ging dirigeren, aanvankelijk vooral eigen werken, maar later ook muziek die zijns inziens destijds in Nederland ten onrechte werd verwaarloosd (stukken van Kurt Weill, Darius Milhaud en Matthijs Vermeulen, om enkele namen te noemen). Otto Kettings belangrijkste leermeester is zijn vader, Piet Ketting, al is van onderricht in de gebruikelijke betekenis van het woord nooit sprake geweest. Maar wanneer de nood aan de man kwam, wist Ketting senior (een voormalig pupil van Willem Pijper) zijn zoon met enkele korte en krachtige adviezen weer op de goede weg te helpen.

Compositieles In 1961 besloot Ketting junior in de leer te gaan bij Karl Amadeus Hartmann in München, een idee dat voornamelijk gestoeld was op een hevige bewondering voor diens Zesde symfonie. Van werkelijk studeren was echter nauwelijks sprake, want toen Ketting zijn Eerste symfonie aan Hartmann toonde met de verwachting kritisch commentaar te krijgen, werd hem verteld dat hij al een volleerd componist was. "Ik kan je niets meer bijbrengen", zei Hartmann, "je weet alles al".

Eindexamen trompet In sommige van zijn vroege werken streeft Ketting een radicale vernieuwing na, hij heeft zich de seriële en de punctuele schrijfwijze eigen gemaakt. Het Concertino is echter meer gebonden aan traditie en tonaliteit, wat te maken heeft met de soort uitvoering waar het stuk voor bestemd was: een eidexamenuitvoering van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Het korte dubbelconcert behoort tot een serie 'speelmuzieken' voor verschillende koper-bezettingen, zoals Intrada (hoornsolo) en Fanfares (8 trompetten, 4 hoorns, 4 trombones, tuba en slagwerk). Het Concertino bestaat uit zes korte deeltjes; de eerste twee en de laatste twee gaan in elkaar over. Het Concertino voor twee trompetten ging in 1958 in Rotterdam in première.



Programma's  Solisten
Recensies  Toelichtingen
door Geertje Kramer
© 2002 VHV Media Groep | Philips Symfonie Orkest, Eindhoven.