Toelichtingen
Beethoven - Vioolconcert
PSO Toelichtingen archief
Archief | Gespeelde programma's | Biografieën solisten | Gespeelde werken | Recensies
Januari 1935 (Solist: Theo Olof)
Oktober 1935 (Solist: Jan Düring)
December 1952 (Solist: Herman Krebbers)
Mei 1963 (Solist: Jo Juda)
Juni 1978 (Solist: Herman Krebbers)
Mei 2002 (Solist: Theodora Geraets)

Ludwig van Beethoven (1770-1827)

Vioolconcert in D, Opus 61 (1806)
1. Allegro ma non troppo
2. Larghetto
3. Rondo

Hèt concert onder de vioolconcerten is van de hand van Ludwig van Beethoven. Door zijn lengte en de muzikale veelzij-digheid, is welhaast sprake van een symfonie voor viool en orkest, waarbij de solist en het orkest evenwichtige partijen voor hun rekening nemen. Niets wijst op de enorme haast waarmee Beethoven dit Vioolconcert, zijn enig voltooide, in 1806 componeerde. Slechts 2 dagen voor de première vertrouwde hij de laatste noten van dit concert aan het papier toe, en tijdens de weinige repetities volgden nog vele wijzigingen.

Beethoven componeerde dit concert in opdracht van Franz Clement (1780-1842) een meesterviolist uit het Wenen van het begin van de 19e eeuw en een van de weinige musici waarvoor de componist respect had. Alhoewel Beethoven in zijn manuscript schreef "Concerto par clemenza (goedheid, welwillendheid) pour Clement, primo violino e direttore al teatro a vienna. Dal L. v. Bthvn 1806" is het werk niet aan Clement opgedragen. Gezien de extreme lengte van het werk besloot Clement namelijk het concert tijdens de première in 2 gedeelten uit te voeren. Allereerst het eerste deel, dan een humoristische sonate van Clement zelf, gespeeld op 1 snaar met de viool ondersteboven, waarna het tweede en derde deel volgden. Dat viel niet in goede aarde bij Beethoven en hij besloot het concert op te dragen aan zijn jeugdvriend Stephan van Breuning.

Of het nu kwam door het gebrek aan repetitietijd, de lengte van het concert, of de breuk met het traditionele vioolconcert, feit is dat de première van Beethovens Vioolconcert geen succes was. In de twintig jaren die volgden werd het slechts een zestal keer uitgevoerd. De waardering ervoor - als repertoirestuk en als proefstuk van artistieke volwassenheid - is te danken aan meesterviolist Joseph Joachim die in 1844 de eerste echt succesvolle uitvoering van Beethovens vioolconcert onder leiding van Mendelssohn gaf in Londen. Sindsdien is de populariteit van het concert gevestigd.

Het concert opent met vijf zachte paukenslagen gevolgd door een zachtmoedige blazersmelodie. Uit de lange introductie waarin de openingspuls van de pauken in alle instrumentgroepen voorkomt zet de soloviool toch nog min of meer onverwacht in. Een prachtige dialoog tussen solist en orkest ontspint zich. Het tweede deel, Larghetto, heeft een veel ingetogener karakter. De lieflijke melodie die de soloviool op diverse wij-zen tot klinken brengt, wordt pas aan het slot onderbroken door een korte cadens. Het vrolijke, speelse en opgetogen Rondo is het glanzende sluitstuk van dit schitterende vioolconcert.



Programma's  Solisten
Recensies  Toelichtingen
door Geertje Kramer
© 2002 VHV Media Groep | Philips Symfonie Orkest, Eindhoven.