"Altviool was geen liefde op het eerste gezicht"

Dit najaar is ex-PSO lid Roeland Jagers altviool solist in het dubbelconcert van Bruch. De VHV belde alvast met hem.

Leuk dat je weer met het PSO meedoet!
“Ja, dat vind ik ook bijzonder leuk. Het grappige is dat niet ik maar juist Lars door het PSO benaderd werd. Lars en ik hebben al vaker gespeeld, en hij belde mij toen op.”

We hebben je CV gelezen, klopt dat nog?
“Het CV op het web is wat verouderd. Dit jaar doe ik eindexamen altviool (2e fase) aan het conservatorium in Den Haag, richting Solo en Kamermuziek. Eén van mijn leraren, Peter Brunt, is een violist. Ik heb kamermuziekles van hem gehad en gevraagd of hij mij ook alt-les wil geven. Als violist heeft hij toch een frisse kijk op bepaalde werken. Bovendien speel ik veel werken die violisten ook spelen, en violisten weten daar dan meer van dan altisten.”

Waarom speel je eigenlijk alt?
“Toen ik 10 of 11 was ben ik geswitched van viool naar altviool. Ik ben altijd lang geweest en de altviool ligt mij motorisch gezien beter. Mijn lerares zag meer toekomst erin voor mij hoewel ik daar zelf niet meteen van overtuigd was. Pas op mijn vijftiende ben ik definitief met viool gestopt. Ondanks dat de alt voor mij geen liefde op het eerste gezicht was, vond ik het wel leuk dat ik gelijk in een kwartet op de muziekschool kon spelen. En in 1995 kon ik solo spelen met het Helikon, zo’n kans had ik als violist toen nooit gekregen.”

Waarom is altviool een aparte studie? Waarom is het niet een bijvak van viool?
“In de vioolklas van Heifetz moest iedere leerling ook altviool spelen. Dat kan helpen in de toonvorming en motoriek. Maar ik ken weinig mensen die zowel viool als altviool op hoog niveau spelen, als je op de planken wilt staan moet je toch kiezen. Daarom denk ik dat het echt een apart vak is. Maar het is niet zo dat ik met een blinddoek voor kan horen of iemand eigenlijk als altist is opgeleid of dat het een violist is die op een alt speelt. Maxim Vengerov schijnt nu ook alt te spelen, hij zal het best wel kunnen. Nigel Kennedy doet het ook goed.”

Wil je echt een solocarriere?
“Er zijn relatief weinig solowerken voor altviool. Het standaard repertoire is natuurlijk Stamitz en Hoffmeister. In de periode van de romantiek is er niet veel voor alt geschreven, maar in de 20e eeuw zijn er veel mooie werken gecomponeerd, onder andere voor Yuri Bashmet. Dit dubbelconcert van Bruch kende ik eigenlijk niet, niet veel mensen hebben het op hun repertoire. ‘Acht Stücke’ van Bruch voor altviool, klarinet en piano, wordt vaker gespeeld.”

Wat doe je verder nu?
“Mijn tijd gaat voor 90% op aan het spelen met het Rubens Strijkkwartet, mijn kwartet. We zien elkaar elke dag en repeteren dan zo’n vier uur lang, heel intensief dus. Zelf studeren schiet er daardoor soms bij in. Maar we geven dan ook zo’n 70 concerten per jaar, dat is onze belangrijkste kostwinning. We studeren allemaal aan de Nederlandse StrijkKwartet Academie in Amsterdam. Daarvan krijgen we een toelage en de school verlangt daarom dat je geen andere dingen naast je studie doet. Daarom schnabbel ik niet meer bij het Brabants Orkest. De school maakt wel uitzonderingen voor zoiets als mijn optreden bij het PSO. En wat ook leuk is dat in februari we met het kwartet optreden met het UMA uit Utrecht, Quirine (1e violiste) en ik spelen dan de Sinfonia Concertante van Mozart en Eefje (2e violiste) en Joachim (cello) spelen dan het Brahms Dubbelconcert. Een unieke combinatie!”

Heb je zin in de PSO concerten?
“Jazeker! Voor mij wordt het de eerste keer dat ik solo speel in de grote zaal van het Concertgebouw, daar verheug ik me enorm op. Straks die trap aflopen is iets heel bijzonders, dat is het eerste waar je aan denkt bij die zaal. Als ik van tevoren de kans krijg oefen ik met naar beneden lopen. De treden schijnen ongelijk te zijn.”

door: Raoul Bonnet