PSO Programma's archief |
Eindhovens Dagblad - maandag 9 november 1998 PSO heeft moeite met Strauss en Ravel
Philips Symfonie Orkest o.l.v. Jules van Hessen en met medewerking
van de sopraan Iréne Theorin met werken van Wagenaar, R. Strauss,
Rimsky-Korsakoff en Ravel. Gehoord in muziekcentrum Frits Philips op zaterdag 7
november. Dit als amateurorkest al jaren (semi)-professionele kwaliteit verkopende gezelschap presenteerde tijdens het najaarsprogramma werken van Johan Wagenaar (De getemde feeks), Richard Strauss (Vier letzte Lieder), Nicolai Rimsky-Korsakoff (Le coq dor) en Maurice Ravel (Daphnis et Chloé). De Getemde Feeks van Wagenaar bleek een prettig in het gehoor liggende, hapklare ouverture die uitermate geschikt was om zowel de orkestleden als het publiek onmiddellijk bij de les te krijgen. De uitvoering was wat je noemt voortvarend en stond bol van een aanstekelijk enthousiasme en speelplezier. Vraagt Wagenaar om haast overmoedig en uitgelaten spel, de in muzikale en emotionele uitersten vervallende composities van Richard Strauss vereisen een veelzijdigere aanpak. Het Philips Symfonie Orkest had op zichzelf weinig problemen met de partituur, wel had het moeite met de fijnzinnige nuancering zoals die zich vooral uit via de dynamiek. In feite kwam het er op neer dat het orkest te hard speelde met als gevolg dat de zeer bewogen en op de juiste momenten bewust piano zingende Zweedse sopraan Iréne Theorin in de vele verstilde en zeer innige passages niet of nauwelijks boven het orkest uit kwam. Dat was jammer want daardoor ging de prachtige wijze waarop Strauss de tekst en de muziek tot één geheel deed samensmelten deels verloren. In de wat langdradige suite uit de opera De gouden haan van Rimsky-Korsakoff gaf het Philips Symfonie Orkest wederom zeer verdienstelijk en overzichtelijk orkestpel ten beste. In Daphnis en Chloé van Ravel, een net als de Vier letzte Lieder om een veelzijdig klankbeeld vragend werk, kwam het orkest echter tekort. Het orkest was niet bij machte de précaire, ietwat zwevende klank van het subtiele Franse impressionisme tot uitdrukking te brengen. De fortegedeelten van deze Suite nr. 2 klonken als een klok, de zachtere passages werden te vierkant en te weinig fijnzinnig gebracht waardoor de zo betoverende sfeer van bijvoorbeeld het openingsdeel aan dromerigheid en suggestiviteit tekort kwam. |
![]() |
![]() |
|
![]() |
![]() |
|
![]() |
![]() |
![]() |