Toelichtingen
Wagenaar - Ouverture getemde feeks
PSO Toelichtingen archief
Archief | Gespeelde programma's | Biografieën solisten | Gespeelde werken | Recensies

November 1998

Johan Wagenaar (1862-1941)

Ouverture De Getemde Feeks, opus 25 (1909)

"Ja, hoor eens Wagenaar, zo kan ik niet preken!" Dat waren de woorden van een dominee nadat Johan Wagenaar tijdens een kerkdienst weer eens op adembenemende wijze het orgel had bespeeld. Maar Wagenaar was niet alleen een goed organist, in de eerste plaats was hij componist. Naast orkestmuziek schreef hij humoristische opera's en cantates en hij wordt gezien als de beste Nederlandse componist van zijn generatie. Daarnaast was Wagenaar ook een bekwaam dirigent, een uitstekend docent en was hij tussen 1919 en 1937 directeur van het Koninklijk Conservatorium te Den Haag.

Wagenaar werd op 1 november 1862 in Utrecht geboren. Zijn vader, Cypriaan Gerard Berger van Hengst, behoorde tot een voorname familie en volgens de toen geldende normen kon hij absoluut niet trouwen met Johans moeder die van zeer lage afkomst was. Zo kreeg Johan dus de achternaam van zijn moeder en groeide hij op in een eenvoudig milieu. Later schreef hij eens: "Over een opleiding in muziek werd niet gedacht, omdat ik op school toch goed leren kon". Maar zijn muziektalent bleef niet onopgemerkt en hij mocht vanaf zijn dertiende piano-, viool-, orgel-, theorie- en compositielessen volgen. Dit bracht hem de kennis om zich later een zeer aanzienlijke plaats in het Nederlandse muziekleven te verwerven.

In zijn composities baseerde Wagenaar zich dikwijls op oude literaire werken. Zo is hij in de ouverture De Getemde Feeks uitgegaan van Shakespeare's blijspel The taming of the shrew. Vlak voor de climax komen hierin de volgende woorden voor: "Uw echtgenoot is uw heer, uw schutse, uw leven, uw opperhoofd, uw vorst ..." Maar of de feeks door het uitspreken van deze woorden echt getemd blijkt te zijn, blijft een raadsel. Ook bij Wagenaar, die zijn ouverture laat eindigen met een grote schaterlach.

Na een korte inleiding verschijnt de feeks Katharina ten tonele. Haar thema wordt door een motief in het koper onderbroken; Petruccio, de man die de feeks zal temmen, komt op. Vervolgens vindt er een snibbige dialoog plaats met korte motieven tussen strijkers en blazers die uitmondt in een romantische melodie in het strijkorkest. Toch steken Katharina's vinnigheden nogmaals de kop op; wel steeds onderbroken door Petruccio's stoere thema. Nadat nogmaals de romantische melodie heeft geklonken, keert het thema van Katharina terug. Dit keer is het echter ontdaan van alle bitsheid en vinnigheden. Wagenaar toont met De Getemde Feeks aan, op een zeer kunstige manier zowel het drama van Shakespeare te verklanken als een prachtige ouverture te schrijven.



Programma's  Solisten
Recensies  Toelichtingen
door Geertje Kramer
© 1999 VHV Media Groep | Philips Symfonie Orkest, Eindhoven.