PSO Programma's archief |
Eindhovens Dagblad, 23 juni 1997Philips Symfonie Orkest ontstijgt amateurmuziek
Philips Symfonie Orkest o.l.v. Jules van Hessen. Ivo Janssen, piano. Verdi,
Ouverture 'La Forza del Destino', Bartók, Pianoconcert nr. 3 en Brahms,
Symfonie nr. 2. Eindhoven, Muziekcentrum, grote zaal, 21 juni. Je vergat al snel dat je naar een amateurorkest zat te luisteren, afgelopen zaterdag in Eindhoven. Soms waren er kleine oneffenheden, maar wie regelmatig naar beroepsorkesten luistert weet dat die aan professionals ook niet vreemd zijn. Nee, er is alle reden, om een professioneel georiënteerde meetlat naast de prestaties van het Philips Symfonie Orkest te leggen. Het enige, waarin het orkest zich onderscheidt van professionele orkesten, is in de leeftijd van zijn leden. Ouderen, die bij een professioneel orkest al met vut of pensioen zouden zijn, spelen hier vrolijk verder naast prille jeugd en alles wat daartussen zit. In het Philips Symfonie Orkest lijkt plaats voor iedereen, mits een bepaalde kwaliteit gehaald kan worden. Het doet goed, mensen op die manier met elkaar aan het werk te zien en zo'n prestaties te horen leveren. Want gepresteerd werd er. Reeds bij Verdi's Ouverture was er spanning, werd er mooi tijd genomen voor de melodische lijnen en was er een goed uitgewerkte dynamiek. In de discant klonken de hoge strijkers soms iets aan de gillerige kant. Een euvel, dat zich later in het concert niet meer voordeed, en dat in elk geval toch vrij en ongeknepen klonk. Opmerkelijk was bij Verdi ook de goede kwaliteit van de koperblazers. Van de houtblazers verdient onder meer de soloklarinettist vermelding. Van Bartóks derde pianoconcert maakte vooral het middendeel indruk. Hier groeide muziek vanuit de stilte. Pianist Ivo Janssen vertolkte de in harmoniek geschoeide lyriek ademloos mooi. Jammer, dat de balans tussen de acoorden spelende blazers en de solist op een gegeven moment iets scheef was, ten koste van de solist. In het laatste deel, bij de fugatisch opgezette passage, had het thema feller aangezet mogen worden, in navolging van de solist. Maar alles bij elkaar verdient de uitvoering van dit lastige werk alle lof. In Brahms' Tweede viel een mooie, vlezige strijkersklank op; deze had zich geheel hersteld van het eerder bij Verdi genoemde euvel(tje). Hier raakte de muziek werkelijk los van de materie. Een klein wonder, dat zelfs door een professioneel orkest lang niet altijd wordt klaargespeeld. Bravo! En we zien uit naar Mahlers Derde, die voor het komend najaar geprogrammeerd staat. |
![]() |
![]() |
|
![]() |
![]() |
|
![]() |
![]() |
![]() |