Toelichtingen
Brahms - Symfonie Nr. 3
PSO Toelichtingen archief
Archief | Programma's | Biografieën | Toelichtingen | Recensies | PSOverzichtelijk | Reizen
Uitgevoerd:
November 1984
Juni 2004

Johannes Brahms (1833-1897)

Symfonie nr. 3 in F grote terts, Opus 90 (1882-1883)
1. Allegro con brio
2. Andante
3. Poco allegretto
4. Allegro

In 1883, het jaar waarin Johannes Brahms 50 werd, ontmoette hij de zangeres Hermine Spiess. De zomer van dat jaar bracht hij, in tegenstelling tot zijn gebruikelijke verblijf in een van de Oostenrijkse vakantieoorden, bij haar door in Wiesbaden. Daar componeerde hij zijn kortste maar meest Romantische Derde Symfonie.

Voor het ontstaan van deze symfonie was ook zijn vriendschap met dirigent en violist Joseph Joachim van cruciaal belang. Joachims persoonlijk motto luidde “Frei aber einsam” en in zijn briefwisselingen met Brahms refereerde hij daar dikwijls aan door de beginletters F-A-E in notenschrift weer te geven. Als antwoord formuleerde Brahms zijn motto “Frei aber froh”. Dit motto vertaalde hij in het muziekmotief F-As-F dat hij later als basis gebruikte voor zijn Derde Symfonie.

De première van Brahms’ Derde Symfonie in Wenen was een groot succes. Alhoewel de symfonie weldra op veel Europese concertpodia ten gehore werd gebracht, verwierf het ook de reputatie ‘moeilijk werk’. Wat was er zo moeilijk aan? De Derde Symfonie is zondermeer een van de meest harmonisch ingewikkelde composities van Brahms, met onverwachte harmonische wendingen en in veel passages een continue afwisseling van majeur en mineur. Van alle vier symfonieën van Brahms, vormt de Derde de meeste expressieve uitdaging voor het orkest. Alhoewel elk deel emotionele hoogtepunten kent, beginnen en eindigen ze vrijwel allemaal zacht, met als uitzondering de krachtige openingsmaten van de symfonie. Er zijn geen grote afsluitende akkoorden waar de muziek naartoe gaat. Elk deel doet een groot beroep op de individuele muzikaliteit van alle spelers. Naast de zeer kunstige ritmische verwevenheid van de verschillende orkeststemmen spelen hierbij ook de verschoven melodische zwaartepunten een rol. Het geheel maakt deze symfonie tot een compositie van de hand van een waarachtig symfonische meester op het hoogtepunt van zijn kunnen.

De symfonie opent met drie krachtige akkoorden die de basis vormen van de gehele compositie. De eerste groep thema’s kenmerkt zich door een gepassioneerde dalende melodielijn in de violen. De tweede groep begint met een rustig, haast pastoraal thema in de klarinet. Fagotten en cello’s luiden een nieuw thema in. Na het F-As-F motto in de hoorn verandert de sfeer; het openingsthema wordt op een onheilspellende manier herhaald. Met een kort coda besluit Brahms dit deel.

Brahms had een grote voorliefde voor de klank van de klarinet. Het Andante bevat enkele van de mooiste melodieën die hij voor dit instrument schreef. Het derde deel, Poco Allegretto, opent met een romantische melodie in de cello’s, waarna een grote rol is weggelegd voor de houtblazers.

De finale, Allegro, opent met een haast gefluisterde melodie door het strijkorkest. Met de trombone akkoorden verwijst Brahms terug naar het tweede deel. Het deel leidt naar een haast furieus hoogtepunt dat vrijwel abrupt wordt afgebroken. In koper en houtblazers weerklinkt een koraal waarmee het verstilde slot van deze meesterlijke symfonie wordt aangekondigd.



Programma's  Solisten
Recensies  Toelichtingen
door Geertje Kramer
PSO Home © 2004 VHV Media Groep | Philips Symfonie Orkest, Eindhoven.