VHV Online
Jaargang 3, nummer 2, Oktober 1998


Zo Gaat Dat ...

Stel: je telt je vijf minuten lang uit de naad om die éne cruciale Sacre-piets te missen, of je zit er voor de zoveelste keer faliekant naast in je Boléro-solo, dan denk je wel eens: “Waarom? Waarom spelen we nou nooit eens een keer ‘n leuk stuk? Wie zoekt al deze ellende uit?” Antwoord: dat doen we zelf. Of althans: onze vertegenwoordiging naar het bestuur: de programmacommissie.

Sinds de laatste algemene ledenvergadering bestaat de commissie uit Saskia Luijendijk, Baukjen Passchier, Geertje Kramer, Guus Dohmen, Reinout Woltjer, Arthur Noach (tevens bestuurslid) en ondergetekende, en er is in de nieuwe samenstelling al weer koortsachtig vergaderd over allerlei suggesties voor de concerten in 1999.

Belangrijke stem Want in de keuze van een programma heeft het orgaan als vertegenwoordiging van de leden weliswaar een belangrijke stem maar geen doorslaggevende. In kort bestek bestaat de taak van de commissie eruit om aan het bestuur voordrachten te doen voor de programmering. In een wisselend aantal bijeenkomsten per jaar worden brainstormsessies gehouden waarin vaak meerdere zeer concrete voorstellen geboren worden. De artistiek eindverantwoordelijke - in ons geval dus de dirigent - is soms ook aanwezig en beoordeelt alle suggesties op muzikale inhoudelijkheid en haalbaarheid. Tenslotte is het dan aan het bestuur om te besluiten de voordrachten ofwel terzijde te schuiven ofwel over te nemen. Zo gaat dat...

Randvoorwaarden Maar er komt meer bij kijken dan persoonlijke smaak of stemmen tellen. Onze concertkalender zorgt voor veel randvoorwaarden. Zo moeten soms vanwege te verwachten gebrek aan repetitietijd stukken herhaald worden in verschillende programma’s, terwijl toch aan de inwendige samenhang moet worden gedacht. Waarbij het maximaal haalbare weleens een Verdi/Bartók/Brahms- of Rimski/Wagenaar/Strauss/Ravel- combischotel blijkt te zijn. Soms stelt een solist voorwaarden, waardoor het solowerk de basis voor de nieuwe samenstelling vormt. Soms zijn solisten pas op het laatste moment bekend. (Soms is de solist pas tijdens het concert bekend met het programma!?) En soms stellen organisatoren van concerten thema’s voor, zoals Philips voor het komende nieuwjaarsconcert: “Pop meets Classic”.

VHV-enquête De door VHV gehouden enquête is dan ook maar ten dele interessant, omdat er factoren kunnen zijn die het spelen van onder orkestleden immens populaire werken of briljante individuele vondsten desondanks toch uitsluiten. Die factoren kunnen van organisatorische aard zijn, zoals hiervoor beschreven, maar kunnen ook te maken hebben met de welbekende eeuwige discussiepunten zoals de (vermeende?) tegenstelling tussen blazersstukken en strijkkersstukken; de vraag of het wel of niet erg is als bijvoorbeeld de gehele trombonesectie een halfjaar noodgedwongen op non-actief staat vanwege een hoge score van de werken van ‘n Mozart, en de vraag “waarom spelen wij eigenlijk nooit Bruckner?” Daarnaast moet ook rekening gehouden worden met ons publiek, want de zalen moeten niet alleen vol omdat dat het leukst is.

Uiteindelijk is het onmogelijk om het steeds iedereen tegelijkertijd naar de zin te maken, maar vroeg of laat komt ieders smaak aan bod - daarvoor staat het democratische principe van de programmacommissie garant. Als tegenprestatie zou wel van iedereen de sportiviteit verwacht mogen worden om zich ook voor de voor hem of haar minder interessante programma’s in te zetten. Bovendien heeft iedereen elk jaar de kans om zijn lot in eigen hand te nemen door zichzelf voor de programmacommissie verkiesbaar te stellen.

Onder de loep Om tenslotte nog een tipje van de sluier op te lichten (eigenlijk een totaal verkeerde uitdrukking in dit verband, want de ideeën van de commissie zijn alles behalve geheim en alle commissieleden zullen desgevraagd graag meer vertellen over de achtergronden en overwegingen) volgt hier een aantal voorstellen dat op dit moment onder de loep genomen wordt. Zo is er bijvoorbeeld een Scandinavisch programma, bestaande uit het Vioolconcert van Sibelius, voorafgegaan door Stravinski’s “Four Norwegian Moods” of een ouverture van Gade en gevolgd door de vierde symfonie van Nielsen. Ook wordt gesproken over Prokofiev’s Vijfde Symfonie in combinatie met het Derde Pianoconcert van Rachmaninov en de ouverture uit Khovantschina van Moessorgski. Wat dachten we van de ouverture “Groot Russisch Paasfeest” van Rimski-Korsakov samen met Prokofiev’s Derde Pianoconcert en Tsjaikofski’s “Pathétique” tot besluit. En er wordt gewerkt - maar er is nog veel meer - aan een programma met “serieuze” Amerikaanse muziek, met werken van Adams, Barber, Bernstein, Copland, Gershwin en Ives.

En wie vindt dat hierbij Leroy Andersons onvolprezen “The Typewriter” niet mag ontbreken: laat het ons weten!!

Door: Joost Ector


Vorige artikel | Volgende artikel
Overige artikelen in de rubriek Zo Gaat Dat | Naar de vaste rubrieken in VHV Online
Inhoud VHV Online Oktober 1998Colofon

© 1998 VHV, Eindhoven.