| Jaargang 5, Nummer 2 |
Onderstaand artikel verscheen in het FASO Nieuws naar aanleiding van het zeventig jarig bestaan.
Het PSO heeft een rijke historie. De geschiedenis van het orkest begint 70 jaar terug, in het jaar 1930, als het op 1 maart officieel door medewerkers van het Philipsconcern wordt opgericht onder de naam "Fideelio". Zo welig als de harmonieën en fanfares in het zuiden van het land bloeiden, zo mager was de oogst aan symfonieorkesten, waardoor "Fideelio" een geheel nieuwe dimensie toevoegde aan het culturele leven van Eindhoven. Het orkest telde 27 leden en stond onder leiding van de glasblazer-cellist Otto Boller, die per jaar voor de repetities en twee concerten dertien gulden ontving. Na korte tijd werd "Fideelio" reeds omgedoopt tot "Philips Orkest Vereniging, daar de oprichters het orkest een meer bekende naam wilden geven. De financiële basis werd gelegd door het Philips de Jongh Ontspanningsfonds: het orkest ontving jaarlijks een subsidie van honderd gulden voor dirigent en repetities, vijftig gulden voor de aanschaf van muziek en een vergoeding van de halve busprijs als er een concert buiten Eindhoven werd gegeven. Verder moest het jonge ensemble zien rond te komen van een kwartje contributie per maand van de toen 27 actieve leden. Bollers opvolger was de violist Jan Düring, zoon van een der oprichters, die de salonmuziek liet voor wat zij was en tamelijk rigoureus overstapte op het klassieke repertoire. Dat gebeurde overigens niet zonder aderlating van het ledenbestand, want niet minder dan veertien van de toen zesendertig leden hielden zich liever bij de populaire muziek en zegden hun lidmaatschap op. In augustus 1934 werd Ir. F.J. Philips beschermheer van het orkest, een functie die hij tot op heden nog steeds uitoefent!
In 1938 werd door de POV een jeugdopleiding opgericht, die later de "orkestklas" zou worden genoemd en nog later POV 2. Dit orkest groeide langzamerhand uit tot een zelfstandig ensemble en in maart 1966 maakte POV 2 zich dan ook los van het moederorkest. Later fuseerde dit jonge orkest met het studentenorkest van de Technische Universiteit Eindhoven en zo ontstond de "Eindhovense Orkestvereniging Helikon". Van 1940-1942 stond de POV onder leiding van Hein Jordans, die later een belangrijk professioneel dirigent zou worden (o.a. bij Het Brabants Orkest). In 1942 maakte de Duitse bezetter korte metten met de POV: de "Kulturkammer" dwong de POV de instrumenten in het openbaar te doen verstommen. Bijna alle leden stapten op en er werden geen concerten meer gegeven. Dirigent Alphons Stallaert blies in 1944 de POV nieuw leven in, maar vertrok een jaar later alweer voor studie naar Parijs. Zijn opvolger werd Stan Donders van Eyck, die in 1947 de dirigeerstok overgaf aan Otto Glastra van Loon, tevens dirigent van het Philips' Philharmonisch Koor. Hij was de eerste dirigent van de POV die reeds een muzikale carrière achter de rug had en die zijn vakmanschap reeds bewezen had bij het Nederlands Kamerorkest en de Nederlandse Opera. Onder deze veelzijdige dirigent kon het orkest artistiek zijn vleugels aanzienlijk verder uitslaan. Met zijn aanstelling bij de Philips Phonografische Industrie verdween de explosieve musicus Otto Glastra van Loon na vijf jaar uit Eindhoven en kreeg het inmiddels 55 leden tellende orkest de minutieus nauwkeurige en vrijwel nooit tevreden dirigent Henri Arends als artistiek leider. Ook voor hem was de POV een springplank, ditmaal naar de Haarlemse Orkestvereniging, later het Noordhollands Philharmonisch Orkest. Evenzo verging het zijn opvolger Jan Brussen. Door zijn vertrek naar het Overijssels Symfonieorkest ontstond wederom een vacature. Er waren vele gegadigden, waaruit de eerste fagottist en assistent-dirigent van het Residentie Orkest, Louis Stotijn, als eerste keus naar voren kwam. Van 1960-1987 dirigeerde hij de POV en behaalde grote successen, o.a. in Luik, waar in 1971 het Internationale Concours voor Amateursymfonieorkesten gewonnen werd.
In 1987 gaat er een nieuwe wind waaien. Jules van Hessen, een leerling van Louis Stotijn, wordt de nieuwe dirigent van de POV. Onder zijn leiding groeit het orkest zowel in numeriek (ongeveer 100 musici) als in artistiek opzicht enorm en er wordt rijkelijk gestrooid met ambitieuze programma's. Een greep: Le Sacre du Printemps, de Vuurvogel, Tsjaikovsky IV,V en VI, Mahler I, II en III, Sjostakovitch V en VII, Bartóks Concert voor Orkest, Schilderijententoonstelling, Enigma-variaties, Requiem Berlioz, Requiem Verdi, enz. Hiernaast worden ieder jaar ook lichtere programma's geprogrammeerd met solisten als Hans Liberg, Herman van Veen, Trijntje Oosterhuis, Jean Toots Thielemans, Jasperina de Jong, Hans & Candy Dulfer, Pepe Romero.
In 1995 krijgt het orkest een nieuwe naam: Philips Symfonie Orkest. In datzelfde jaar maakt het orkest als eerste groot Nederlands symfonieorkest een zeer geslaagde concertreis naar de Chinese hoofdstad Beijing.
Het PSO werkt ook graag mee aan festivals en evenementen, zoals het Muziekfestival West-Brabant (1996 en 1998), Den Haag 750 jaar (1998) en Israël 50 jaar (1998). Onlangs werd het 95-jarig bestaan van de Vereniging Natuurmonumenten gevierd met een tournee langs zes Nederlandse grote steden.
Kortom, een orkest om trots op te zijn!