| Jaargang 4, Nummer 3 |
Van de strijkinstrumenten is de altviool het belangrijkste. Dat lijkt wat vreemd maar wordt erg begrijpelijk als we naar het Italiaans kijken. Het Italiaans voor altviool is viola; en een verkleinwoord wordt aangegeven met het achtervoegsel -ino (violino), en een vergrootwoord met -one (violone of violoncello).
Bij de blaasinstrumenten zien we een soortgelijke situatie. Hier onderscheiden we de tromba (trompet) en de grote variant de trombone.
Kortom: een interessante aanleiding om de trompet eens onder de loupe te nemen. Het instrument wordt vaak geassocieerd met lolbroekerij (zie cartoon hierboven) en met drankmisbruik.
Dit laatste is pertinent onjuist want de statistieken van de wekelijkse café-de-Vlierhof bezoeken tonen ondubbelzinnig aan dat de trompettisten hier onderaan de presentielijst staan.
Een trompet is een fraai staaltje van moderne techniek. Als we alle onderdelen willen bespreken kunnen we beter een eigen tijdschrift beginnen (een "THT"). Omdat het nog enige tijd duurt vooraleer de penningmeester hiervoor de benodigde fondsen beschikbaar heeft gesteld moeten we ons in deze VHV beperken tot een bespreking van enkele onderdelen.
Het mondstuk Trompettisten zijn altijd met hun vak bezig. En daar hebben ze alles voor over. Als bijvoorbeeld een trompettist zijn mondstuk ergens vergeten is, dan laat hij alles in de steek, springt direct in een gele taxi en keert de Beijing Concert Hall geheel binnenstebuiten totdat hij zijn mondstuk weer teruggevonden heeft.
De beker
Een beker is erg kwetsbaar. Vooral bij grote bezettingen en hectische voorrepetities is de kans op beschadiging aanzienlijk. Hier komt nog bij dat de meeste orkesten het erg trendy vinden om geluidsschermen te plaatsen, en wel pal voor de trompetten. De enige remedie hiertegen is het aanbrengen van een schuimrubber beschermrand. Deze is in allerlei trendy kleuren verkrijgbaar (wegens druktechnische redenen wordt op onderstaande foto alleen een zwarte beschermrand getoond)
De ventielen Op een trompet zitten drie ventielen. Deze zien er identiek uit, zodat (Wet van Murphy!) het onvermijdelijk is dat ze na een reinigingsbeurt in de verkeerde volgorde weer gemonteerd worden. De oplossing voor dit probleem ligt voor de hand: sinds mensenheugenis plakt de trompettist bovenop de ventielen altijd drie verschillende kleuren stickertjes en plakt hij dezelfde kleuren bij alle noten in de partij, om zodoende te weten welke ventielen voor elke noot ingedrukt moeten worden. Wanneer dezelfde kleuren stickers nu ook op de zijkant het instrument zelf worden geplakt, dan is verwisseling uitgesloten.