Maart 2000
 VHV Online
Jaargang 4, Nummer 4

Instrumentalisme: de reparateur

Sinds 6 jaar reparareer ik blaasinstrumenten in mijn eigen atelier, gelegen aan de rand van de Bredase binnenstad. Steeds weer ben ik nieuwsgierig als er een instrument binnengebracht wordt. Keer op keer is het spannend wat er aan de hand is met het instrument. Soms tref je dingen aan die je niet kunt begrijpen. Zo heb ik al eens een sok uit een bastuba gehaald, een sousafoon uit elkaar moeten solderen omdat er een bierblikje in vastgeklemt zat. Zowel levende als dode polsteretende beestjes uit klarinetten ge-haald. Om nog maar niet te spreken over echt vieze instrumenten, met van die dikke blauw-zwarte slijmlagen, waarbij je niet weet hoe snel je de koffer weer dicht moet doen. Gelukkig krijg ik deze instrumenten niet zoveel aangeboden.

Doordat ieder instument wel iets anders mankeert is het werk erg afwisselend. Op het ene moment vervang ik een tapkurk, op het andere moment sta ik een trompet uit te deuken. Een van de meest voor-komende reparaties is het vervangen van polsters. Polsters worden onder kleppen gelijmd, zodat je met behulp van een klep een gat af kunt sluiten. Polsters hebben nogal te lijden door het bespelen van een instrument. Hierdoor worden ze hard en kunnen zelfs scheuren. Het instrument sluit niet goed meer en heeft als gevolg dat het moeilijk bespeelbaar is. Kortom: instrument uit elkaar schroeven, polsters vervangen, kleppen terugzetten en afstellen. Daarna het instrument bespelen om te controleren of ik mijn werk wel goed gedaan heb.

Dan is het moment aangebroken dat de bespeler zijn of haar instrument komt ophalen. Nadat ik verteld heb wat ik aan het instrument gedaan heb, vraag ik of ze het instrument willen uitproberen. Een groot gedeelte van de klanten neemt het instrument zo mee. Ze halen het instrument voor iemand anders op , of ze durven er niet op te spelen. Jammer want het is zo ontzettend leuk om te zien dat iemand blij wordt doordat diens instrument weer lekker speelt. Sommige muzikanten weten echter al na één noot spelen dat hun instrument in orde is, anderen gaan improviseren en houden niet meer op.

Naast het repareren in mijn atelier ga ik ook naar verenigingen toe die een onderhoudscontract met mij hebben afgesloten. Reparatiekoffer onder de arm en een middag lang de instrumenten van een harmonie of fanfare controleren. Kleine reparaties verhelp ik ter plekke. Grote reparaties en het groot onderhoud (in-stru-men-ten schoonmaken , hout oliën e.d.) verricht ik in mijn atelier.

Hoewel het repararen van instrumenten een vrij beroep is, ben ik toch erg blij dat ik de M.T.S. opleiding Fijnmechanische Techniek gedaan heb. Door deze oplei-ding kan ik zelf gereedschappen en onderdeeltjes voor instrumenten maken. Tij-dens mijn stage heb ik de kunst afgekeken bij een bouwer van koperen blaasinstrumenten, bij wie ik onder andere geleerd heb trompetten te bouwen. Waanzinnig interressant. Misschien daarover een volgende keer meer.

door: Ilse Broeke

Instrumentalisme
Vorige artikel | Volgende artikel
Naar de vaste rubrieken in VHV Online
Inhoud VHV Online Maart 2000 | Colofon
© 2000 VHV, Eindhoven.