Toelichtingen
van Oosten - Square
PSO Toelichtingen archief
Archief | Gespeelde programma's | Biografieën solisten | Gespeelde werken | Recensies

November 1995; China tournee 1995

Roel van Oosten (1958)

Square (1993)

Het Nederlands Studenten Orkest, dat elk jaar in januari een tournee door Nederland maakt, geeft elk jaar een compositie-opdracht aan een eigentijdse componist. Voor de tournee in 1994 ontving de Nederlandse componist Roel van Oosten deze opdracht. Hij schreef voor dit jeugdige symfonie-orkest het stuk Square. "Het was voor mij een uitdaging om in korte tijd een compositie te schrijven voor een laat-romantische orkestbezetting. Het goed hanteren van dit medium en het geven van een dankbare partij aan alle orkestleden zijn dan ook de belangrijkste doelstellingen tijdens het componeren geweest en niet zozeer een idiomatsche vernieuwing", aldus de componist. Omdat de bezetting van het Philips Symfonie Orkest niet helemaal gelijk is aan die van het Nederlands Studenten Orkest van 1994 heeft Roel van Oosten onlangs kleine wijzigingen in instrumentatie aangebracht.

De titel Square heeft op twee manieren betrekking op de compositie. Allereerst in de betekenis van vierkant, aangezien het werk uit vier delen bestaat. Deze delen zijn gebaseerd op één motief dat steeds vanuit de toon b ontstaat.

'Square' in de betekenis van hoekig, stevig en direct, komt naar voren in de schrijfwijze van Van Oosten. Aan de basis liggen klankblokken en parallellen. In vrijwel de gehele compositie vermijdt hij ornamentiek en staan juist eenvoudige ritmische en melodische formules centraal.

Van Oosten zegt zelf het volgende over dit werk: "In het eerste gedeelte worden twee ritmische lagen van ongelijke lengte met elkaar gecombineerd. Een ritmisch ostinato in 7/4 maat klinkt samen met een melodische laag in 4/4 maat, waarin het hoofdmotief verwerkt is. Er ontstaat een ambiguïteit omdat de 'zware' eerste tel van deze lagen niet steeds samenvalt. Bovendien worden er nog andere ritmische lagen aan toegevoegd, bijvoorbeeld door de grote trom in 3/4 maat. De rusten in het 7/4 ostinato worden in het begin ook nog opgevuld door signaalachtige motieven in het slagwerk.

Deel twee brengt het hoofdmotief in recitatief vorm. Door middel van omkering, kreeftvorm en omkering van de kreeftvorm wordt het motief uitgebreid.

Deel drie is onder andere een spel met het uitwisselen van registers. In de violen en altviolen bevindt zich het ritmisch hoofdmotief, de celli en contrabassen hebben een tegenstem in de baslijn. Deze verdeling 'klapt daarna om': de baslijn komt in de hoge strijkers en hoge houtblazers terecht; de celli, bassen en lage houtblazers krijgen nu het ritmische hoofdmotief.

Het vierde gedeelte is een soort van elegie; een verstilde herinnering aan al het voorafgaande. Het hoofdmotief verschijnt nu in verbrokkelde vorm. Het wordt, zoals in het tweede deel, op verschillende manieren gevarieerd en vrijwel steeds begeleid door een orgelpunt op de toon b, de kiem van de compositie. Dit is dan ook de laatste noot die klinkt."



Programma's  Solisten
Recensies  Toelichtingen
door Roel van Oosten
© 1999 VHV Media Groep | Philips Symfonie Orkest, Eindhoven.