Toelichtingen
Mendelssohn - Hebriden Ouverture
PSO Toelichtingen archief
Archief | Programma's | Biografieën | Toelichtingen | Recensies | PSOverzichtelijk | Reizen
Uitgevoerd:
November 1979
Nov/Dec 1979
Juni 1990
November 2003

Felix Mendelsshohn Bartholdy (1809-1847)

Ouverture ‘Die Hebriden’ Opus 26 (1832)

Na een bezoek aan Londen in de zomer van 1829, maakte Mendelssohn samen met zijn vriend de dichter Carl Klingemann een reis door de Schotse hooglanden. Een reis waarbij hij niet alleen inspiratie vond voor zijn Derde (Schotse) Symfonie, maar ook voor zijn ouverture Die Hebriden. 1929 was de eerste zomer waarin er geadverteerd werd voor tochten per stoomboot naar de Hebriden-eilanden Staffa en Iona en Mendelssohn besloot zo’n tocht te maken. De overtocht verliep niet geheel zonder problemen voor de componist. Klingemann schreef: “De Atlantische oceaan strekte zijn tentakels naar ons uit met toenemende ruwheid, ons heen en weer gooiend…. Zowel dames als heren moesten gaan liggen… Ik wens alleen dat mijn reisgezel niet onder hen was, want hij staat op betere voet met de zee als componist, dan als individu of als maag”. Toch werd tijdens de tocht het eiland Staffa aangedaan, dat voornamelijk bekend is vanwege de verschillende grotten, waaronder ‘Fingal’s Cave’, de grot vernoemd naar een held uit de Schotse mythologie. De verhalen over deze en andere Schotse mythologische figuren waren door James Macpherson gebundeld in de Poems of Ossian, een boek dat destijds zeer tot de verbeelding sprak.

Ondanks zijn zeeziekte heeft de reis naar de Hebriden Mendelssohn geïnspireerd tot een van zijn meest beeldende muziekwerken. In een korte brief naar zijn familie schreef hij: “Om jullie duidelijk te maken hoe wonderlijk de Hebriden mij hebben geraakt, heb ik hieronder geschreven wat in me opkwam…”, waarna Mendelssohn de openingsmaten van de latere ouverture Die Hebriden neerschreef.

Toch duurde het nog drie jaar en twee verworpen versies voordat de ouverture haar definitieve vorm kreeg. Eerst onder de titel Die Hebriden, later onder Die einsame Insel, en in 1835 in druk onder de titel Fingals Höhle. De eerste titel heeft echter de tand des tijds doorstaan.

De ouverture opent met het hoofdthema, het leidmotief van de hele compositie; een suggestieve weergave van de deinende golven. Na een melodisch tweede thema, geïntroduceerd door de celli, volgen enkele machtige climaxen met nijdige strijkersfiguren, schetterende fanfares en zwiepende toonladderfiguren. Tenslotte eindigt de ouverture tamelijk abrupt, alsof de zee plotseling tot rust is gekomen.



Programma's  Solisten
Recensies  Toelichtingen
door Geertje Kramer
PSO Home © 2003 VHV Media Groep | Philips Symfonie Orkest, Eindhoven.