| PSO Toelichtingen archief |
Peter Iljitsj Tsjaikovsky (1840-1893)Alhoewel in vrijwel al Tsjaikovsky's composities zijn Russische achtergrond duidelijk naar voren komt, is dit in de Variaties op een rococo-thema niet het geval. In dit briljante werk voor solocello en orkest hebben deze zo kenmerkende en vaak pompeuze Russische volksliedachtige melodieën plaats gemaakt voor een heel lichtvoetig thema. De componist, zelf een groot liefhebber van de werken van Mozart, behandelt dit thema vrijwel geheel volgens de regels uit de achttiende eeuw en hij schreef daarmee een haast klassiek werk voor cello en orkest. Het aansprekende thema en de geslaagde reeks variaties stellen de solist in staat de volledige klankrijkdom van de cello te exposeren. Daarnaast komen ook alle virtuoze middelen die de solist tot zijn beschikking heeft aan bod; vingervlugge loopjes, dubbelgrepen, gebroken akkoorden, trillers en arpeggio's. Tsjaikovsky componeerde zijn Rococovariaties in 1876 en droeg het stuk op aan Wilhelm Fitzenhagen, een Duitse meestercellist die vanaf 1870 in Moskou werkte. De Rococo-variaties zijn als volgt opgebouwd:
|