Toelichtingen
Stravinsky - Symfonie voor blazers
PSO Toelichtingen archief
Archief | Gespeelde programma's | Biografieën solisten | Gespeelde werken | Recensies

Juni 2002

Igor Stravinsky (1882-1971)

Symphonies d'instruments à vent (1920)

Stravinsky geniet vooral grote bekendheid vanwege de balletten De Vuurvogel, Petroeska en Le Sacre du Printemps die hij tussen 1910 en 1913 in Parijs voor het balletgezelschap 'Ballet Russes' schreef. Door de rijke orkestrale kleur, de schijnbaar eenvoudige melodielijnen, de scherpe harmonieën en bovenal de autonome, krachtige ritmiek, breekt Stravinsky met zijn tijdgenoten en ontwikkelt een geheel eigen stijl. Gedurende de Eerste Wereldoorlog verblijft Stravinsky in Zwitserland waar hij vooral zijn ritmische en harmonische vernieuwingen verder ontwikkelt en comprimeert.

Neoclassisisme Het ballet Pulcinella dat op 15 mei 1920 in de Opéra van Parijs in première gaat, luidt een nieuw tijdperk in het oeuvre van Stravinsky in; nu ontstaan werken waarbij de componist zich laat inspireren door composities uit de 18e eeuw en met name die van J.S. Bach. De 18e-eeuwse geest en vormenstructuur doorkneedt Stravinsky met zijn eigen temperament en uit dit wisselspel schept hij tegelijkertijd een band en een verschil met het verleden. Deze stijl, Stravinsky's neoclassisisme, ondervond zeer grote tegenstand en werd fel bekritiseerd, maar vond in niet minder dat Béla Bartók een geëngageerde en competente verdediger. "De opvatting van velen dat Stravinsky's neoklassieke stijl gebaseerd is op Bach, Händel of andere componisten uit die tijd, is oppervlakkig. Hij bestudeert slechts het materiaal uit deze periode; de stijl, de modellen die Bach, Händel en anderen gebruikten. Stravinsky verwerkt dit materiaal op geheel eigen wijze; arrangeert en transformeert het naar eigen goeddunken en ontwikkelt zo een nieuwe individuele stijl", aldus Bartók.

Samenklanken De Symphonies d'instruments à vent voor 23 blazers ontstonden uit een soort koraal dat Stravinsky in 1918 als hommage aan Claude Debussy (1862-1918) schreef en in het Franse muziektijdschrift Revue Musicale publiceerde. Hij pakte dit koraal op en vulde het aan met bijzonder pregnante en karakteristiek ingetogen delen in psalmvorm of dialoogvorm, waarbij hij het koraalelement afwisselt met contrapunctisch lijnenspel. Hieruit ontstond een buitengewoon starre, rituele muziek waarin noch een muzikaal proces, noch een muzikale ontwikkeling zich laat onderkennen. Oorspronkelijk wilde Sravinsky deze strenge, onpersoonlijke maar levendig gearticuleerde 'Symphonies' (in Stravinsky's betekenis 'samenklanken') door een harmonium laten spelen, maar hij schreef het om voor stijkkwartet. Ook deze instrumentatie beviel hem niet omdat hij de warme menselijke strijkersklank niet passend vond bij het afstandelijke karakter van dit werk. In de versie voor 23 blazers gingen de Symphonies d'instruments à vent op 10 juni 1920 in Londen in première.



Programma's  Solisten
Recensies  Toelichtingen
door Geertje Kramer
© 2002 VHV Media Groep | Philips Symfonie Orkest, Eindhoven.