Toelichtingen
Schelomo - Bloch
PSO Toelichtingen archief

Archief | Programma's | Biografieën | Toelichtingen | Recensies | PSOverzichtelijk | Reizen
Uitgevoerd:
Mei 2003 (Solist: Johan van Iersel)

Ernest Bloch (1880-1959)

Schelomo, Hebreeuwse rhapsodie voor cello en orkest (1916)

Geen componist uit de twintigste eeuw is zo nauw verbonden met de joodse geest als Ernest Bloch. In 1913 begon hij aan wat hij noemde zijn ‘joodse cyclus’ van grote composities. Deze cyclus bevat onder meer psalmzettingen (1914), de symfonie Israel (1915) en Shlomo (1916).

Vlak na de voltooiing van Shlomo schreef Bloch de volgende woorden waarmee hij de bedoeling van het componeren van deze werken weergaf: “Het is noch mijn doel, noch mijn wens, een ‘reconstructie’ van joodse muziek na te streven, of om mijn werk te baseren op melodieën die min of meer authentiek zijn. Ik ben geen archeoloog. Voor mij is alleen van belang dat ik goede, oprechte muziek schrijf: mijn muziek. Het is de joodse ziel die mij interesseert – de complexe, gloeiende, geagiteerde ziel die ik door de hele Bijbel heen voel vibreren – de frisheid en naïviteit van de Aartsvaders – de gewelddadigheid die alom aanwezig is in de boeken der profeten – de joodse woeste liefde voor rechtvaardigheid – de wanhoop van de Prediker in Jeruzalem – het lijden en de onmenselijkheid in het boek Job – de sensualiteit in het Hooglied.

Dit alles is in ons; dit alles is in mij, en het is het betere deel van mij. Dit is alles wat ik tracht te horen in mezelf en wat ik in mijn muziek probeer weer te geven: de eerbiedwaardige emotie van ons geslacht die diep in onze ziel sluimert.”

Bloch componeerde Shlomo voor de cellist Alexander Barjansky. Hij putte zijn inspiratie uit een standbeeld van Koning Salomon dat door Barjansky’s vrouw Catherine was gebeeldhouwd. Voor Shlomo koos Bloch voor een vrije, rapsodische vorm waarbij de melodieën zich langzaam ontwikkelen uit voorgaande thema’s. Alhoewel hij geen specifieke Hebreeuwse melodieën citeert, creëert Bloch een oriëntaalse sfeer door het veelvuldig gebruik van parallelle kwarten, enkele kwarttoon stembuigingen en een constant veranderende ritmische achtergrond. De hartstochtelijke melodieën van de cello, die verwijzen naar Hebreeuws gezang, plaatst de componist boven een complexe orkestrale achtergrond.

Alhoewel het werk niet naar aanleiding van een programma was geschreven, verklaarde Bloch dat de cello de personificatie van ‘de stem van Koning Salomon’ is, en het orkest ‘de stem van zijn leeftijd, zijn wereld en zijn ervaring’. Shlomo is een klaaglied, en aan het eind sterft het stuk langzaam uit in de laagste registers van de cello. In Blochs woorden: “Zelfs mijn somberste werken eindigen met hoop – alleen dit werk eindigt met totale ondergang, maar het onderwerp vraagt erom!”

Shlomo: een figuur met een lange baard zit op de troon, gekleed in koninklijke gewaden die zijn onderlijf bedekken. Zijn gezicht is erg oud en vermoeid, met diepliggende ogen, ingevallen wangen en uitpuilende slapen. Het is de Koning, moe van het leven, moed van de rijkdom, moe van de macht.



Programma's  Solisten
Recensies  Toelichtingen
door Geertje Kramer
PSO Home © 2003 VHV Media Groep | Philips Symfonie Orkest, Eindhoven.