Toelichtingen
Prokofjev - Romeo en Julia
PSO Toelichtingen archief
Archief | Programma's | Biografieën | Toelichtingen | Recensies | PSOverzichtelijk | Reizen
Uitgevoerd:
Januari 2004
Maart 2004

Sergej Prokofjev (1891-1953)

Ballet Romeo en Juliet (1935-1936)

Het ballet Romeo en Juliet dat Prokofjev in de jaren 1935 en 1936 componeerde, zou gezien kunnen worden als ‘s werelds meest perfecte podiumweergave van Shakespeare’s drama. Net als in het oorspronkelijke drama, kent het ballet een filosofische benadering van de ‘eeuwige problemen’ van liefde en dood, levendige scenes, ontroerende lyriek en grove bespottelijkheden. In navolging van Shakespeare heeft Prokofjev de geest van de Renaissance weten te vatten in de zo ongelijke, maar tegelijkertijd zo karakteristieke personages als de menslievende Pater Laurence, de jonge genotzuchtige Mercutio, de snode duellist Tybalt en, tot slot, Romeo en Juliet wiens dood een weergave is van het ideaal van vrije menselijke persoonlijkheid.

Het ballet Romeo en Juliet is voor het eerst in 1938 in het Tsjechische Brno opgevoerd (de première in de Sovjetunie vond plaats in 1940). Echter, voordat het ballet op de planken werd gebracht, was de muziek ervan al een aantal keer in de vorm van twee orkestsuites tijdens concerten uitgevoerd. Het was voor Prokofjev gebruikelijk dat hij zijn theatermuziek omwerkte tot symfonische suites, maar meestal gebeurde dat later dan de theaterpremières. In het geval van Romeo en Juliet beleefden dus de orkestsuites eerder hun premières dan de scenische versie.

Wat is Prokofjevs achterliggende idee bij deze twee orkeststuites? Alhoewel de Romeo en Juliet suites niet een strikte weergave zijn van de ontwikkelingen die in het ballet plaatsvinden, is het duidelijk dat de componist met beide suites de kern van de muzikale dramaturgie wil weergeven. Dit geldt met name voor de tweede suite waarin de zeven delen de hoofdlijnen van het plot volgen en daarmee een portret geven van de hoofdpersonen. De eerste suite daarentegen heeft als bindende factor een genre-element; vier van de zeven delen zijn dansintermezzi en slechts twee delen bevatten enkele leidmotieven van het ballet. Wat muzikale opbouw betreft is er wel gelijkenis tussen de beide suites: het middendeel is een langzaam en lyrisch deel en het slotdeel is een dramatische finale.

In zijn autobiografie schreef Prokovjef het volgende: “Deze suites omvatten niet de gehele muziek en misschien ben ik nog in staat een derde suite te maken”. In 1946 schreef hij deze derde suite, die echter minder inspirerend is dan de voorgaande twee suites gezien het feit dat de componist daarin al de meest dramatisch muzikale gegevens had verwerkt.



Programma's  Solisten
Recensies  Toelichtingen
door Geertje Kramer
PSO Home © 2004 VHV Media Groep | Philips Symfonie Orkest, Eindhoven.