Zoltán Kodály (1882-1967)

Galanta is een klein Hongaars marktstadje dat op de weg van Wenen naar Boedapest ligt en aan het eind van de 18e eeuw bij reizigers bekend was. In Galanta woonde een aantal zigeuners die met elkaar muziek maakten. Rond 1800 waren er in Wenen al enkele boeken met Hongaarse dansen gepubliceerd waarvan één muziek "naar verschillende zigeuners uit Galanta" bevatte.

Kodály heeft 7 jaren van zijn jeugd in Galanta doorgebracht. In die jaren bestond daar een beroemde zigeunerband en de muziek van die band was de eerste "orkestklank" die Kodály ter ore kwam. De muziek van deze zigeuners was de voortzetting van de muzikale traditie van hun voorvaders.

Kodály heeft de 'Dansen uit Galanta' geschreven voor de 80e verjaardag van de Philharmonisch Orkest van Budapest in 1923. Om de traditie van de oude Hongaarse volksmuziek voort te zetten heeft hij voor zijn 'Dansen uit Galanta' gebruik gemaakt van de zigeunerdansmuziek. De hoofdmotieven die Kodály gebruikt, heeft hij uit de eerder genoemde uitgave van omstreeks 1800 genomen. Kodály verwerkt de motieven op een manier zoals de zigeuners dat in hun volksmuziek ook deden. Hierdoor stralen de 'Dansen van Galanta' een grote hartstocht uit. In dit stuk toont Kodály dan ook duidelijk het opzwepende karakter van de Balkanmuziek.