Aaron Copland (1900-1991)

In de zomer van 1942 vroeg de uit Engeland afkomstige dirigent Sir Eugène Goossens 18 Amerikaanse componisten om een bijdrage voor het volgende concertseizoen. Goossens, destijds dirigent van het Cincinnati Symphony Orchestra, wilde het concertseizoen van 1942-43 opluisteren met nieuwe, patriottische fanfares die de literatuur voor de combinatie koperinstrumenten en slagwerk zouden uitbreiden. Niet op de laatste plaats beschouwde Goossens deze fanfares als eerbetoon aan de 'gewone' man die zoveel te lijden had van het oorlogsgeweld, en aan hen die zich aan het front van de Tweede Wereldoorlog bevonden.

Onder de componisten die aan dit project deelnamen, bevond zich onder anderen Aaron Copland. Zijn bijdrage, de Fanfare for the Common Man, heeft de meeste bekendheid gekregen en wordt tegenwoordig nog regelmatig gespeeld. In dit korte werk toont Copland dat hij met een zeer beperkt aantal instrumenten (4 hoorns, 3 trompetten, 3 trombones, tuba, pauken, grote trom en tam-tam) in staat is een schitterende fanfare te componeren. Compact, statig en uiterst krachtig.