Britten (Rossini) (1913-1976)

In 1936 componeerde Britten een vijfdelige suite met de titel Soirées Musicales. Bij deze suite had hij als uitgangsmateriaal muziek van Rossini genomen. Tijdens een verblijf in de Verenigde Staten vijf jaar later, kreeg Britten het verzoek van de directeur van de American Ballet Company, Lincoln Kirstein, om een gelijksoortig stuk te schrijven zodat beide stukken tot één ballet gesmeed konden worden. Britten ging op dit verzoek in en schreef voor de American Ballet Company een tweede suite van vijf delen naar muziek van Rossini.

Deze suite die de naam Matinées Musicales kreeg, droeg de componist op aan zijn opdrachtgever Lincoln Kirstein, een autoriteit op het gebied van ballet die een onmiskenbare rol heeft gespeeld in de ontwikkeling van de theaterdans in de Verenigde Staten. In 1941 had de American Ballet Company de beide suites van Britten op het programma in een choreografie van Balanchine.

Het eerste deel van Matinées Musicales, de mars, heeft Britten gebaseerd op Rossini's balletmuziek bij 'Willem Tell'. Voor de nocturne, de wals en de pantomime gebruikte hij een zangbundel die Rossini in 1835 onder de titel 'Soirées Musicales' had uitgegeven. Voor het laatste deel van de suite heeft Britten een bundel met moeilijke, technische zangoefeningen van Rossini als uitgangsmateriaal genomen.